Nacht van de Vluchteling
Ik had ooit het idee dat ik vaker ‘ja’ moest zeggen tegen uitnodigingen, omdat ik dacht dat me dat onverwacht waardevolle ervaringen zou opleveren. Dat is hier en daar ook wel gebeurd, in die zin dat ik een paar leuke etentjes of borrels had met mensen die ik in eerste instantie niet tot mijn in crowd zou rekenen, en ik heb een paar concerten gezien van artiesten van wie ik geen fan ben en ook nooit ben geweest (zo bestelde ik pre-corona kaartjes voor de Simple Minds en stond ik laatst ineens bij de Pet Shop Boys), maar het ging ook weleens mis: ik blijk helemaal geen behoefte te hebben om Elton John live te zien, schommelen op een flatgebouw is niet mijn ding en soms is er nergens genoeg lekker eten om suf gezelschap te compenseren. En ‘ja’ zeggen tegen met een schoolteam meelopen van de Nacht van de Vluchteling is in eerste instantie natuurlijk superleuk en spontaan, maar in tweede instantie, als je hoort dat je ‘ja’ hebt gezegd tegen een nacht wakker blijven en in die nacht maar liefst 40 kilometer te wandelen, is de lol er tamelijk snel vanaf. Althans bij mij wel. Maar ja, ik had nou eenmaal ‘ja’ gezegd, en als ik dat doe, dan moet ik het van mezelf ook doen, dus ik stortte me op het verzamelen van sponsoren en in de nacht van 18 op 19 juni meldde ik me in de Grote Kerk in Den Haag, om als lid van Team Novum eens even een stuk te gaan lopen.
Ons team bestond uit een zestal collega’s; we wilden ook met leerlingen lopen, maar het was toetsweek, en we houden ook van goeie doorstroomcijfers, dus dat ging niet door. Van ons team was er 1 een ervaren wandelaar en had er 1 getraind. Er was iemand die veel fietst, en een paar mensen, onder wie ik, die relatief veel lopen, maar meer dan dat hadden we niet aan voorbereiding gedaan. En dat hebben we geweten, want hoewel de eerste 10 kilometer in het strontdonker door de duinen nog wel te doen was, werd het daarna snel grimmig. Bij een boerderij in Stompwijk (halverwege) moest tussen de koeien een blaar (niet van mij) doorgeprikt worden, ik liep authentiek vloekend het ADO-stadion binnen, wisselde na 33 kilometer mijn Dr. Martens om voor Arcopedico’s, en ben de laatste kilometers met de pest in mijn lijf naar de finish gelopen. Maar ik heb het toch maar gedaan, 40 kilometer, en als ik het stukje naar het station meereken, en dat mag ik meerekenen want ik heb het gelopen en ik bepaal de regels, heb ik zelfs een marathon gewandeld. Mijn lijf heeft het geweten overigens: ik bleek enorme blaren te hebben, mijn voetzolen hebben nog 3 dagen pijn gedaan en ik had maar liefst 2 massages nodig om van de ellende in mijn heupen af te komen. Aan de andere kant: we hebben bijna €2000 aan sponsorgeld opgehaald, ik heb mijn collega’s net weer een beetje beter leren kennen, ik heb een fysieke en mentale prestatie geleverd waar ik trots op ben en ik heb een herhaallesje ‘ja’ zeggen gehad. Want achteraf gezien was ‘ja’ zeggen tegen deze ervaring wel heel waardevol – maar ik doe het NOOIT MEER. Zo ver wandelen bedoel ik. ‘Ja’ zeggen blijft!