Op vakantie met mijzelf
De vakantieplannen van 2020 werden, naarmate de tijd vorderde en duidelijk werd dat corona nog lang niet klaar was met ons, steeds smaller: van samen met Michel 4 dagen naar Rome en 4 dagen naar Kopenhagen, kwam ik, via samen met Michel 1 nacht in het Conservatoriumhotel in Amsterdam, 3 dagen naar Maastricht en 2 dagen op srprs.me roadtrip uiteindelijk uit op 2 nachten in mijn eentje in Maastricht. Een deel van die aanpassingen is op last van de vliegmaatschappij gedaan, en een deel kwam voort uit de wetenschap dat Michel de dingen die hij leuk vindt om te doen als hij op stedentrip gaat (vooral biertjes drinken op een terras en door musea lopen) niet op een voor hem prettige manieren zou kunnen doen als hij ergens was waar het zo druk was dat er geen afstand te houden was van allerlei toeristen die onduidelijke virus-deeltjes met zich mee zouden torsen. Maar omdat ik ervan houd om me op te sluiten in een hotel en er alleen maar uit te gaan voor een hit and run bij lokale winkels en diners bij restaurants waar afstand houden vanzelfsprekend is, ben ik dit jaar dan maar op vakantie met mijzelf gegaan. Ik had een auto geleend, want ik vind het op zich niet erg om een mondkapje te dragen, maar om drie uur lang met zo’n ding op in de trein te zitten ging mij wat ver, en ik ben zondag lekker met de airco en Skyradio vol aan naar Maastricht gereden, via Thorn, een stadje in Noord-Limburg waar ze prima wijn maken.
In Maastricht overnachtte ik in mijn favoriete hotel, hotel Monastère, bezocht ik mijn favoriete winkels, de Bijenkorf, Lush, Festen en Clio, en at ik in mijn favoriete restaurant, Café Sjiek. En dat was alleen nog maar dag 1. Op dag 2 ontbeet ik in het hotel, met een croissant natuurlijk, deed ik een brainstorm voor alweer het derde hoofdstuk van mijn boek, pakte ik mijn iPad erbij voor een workout en daarna om te Netflixen en ging ik wandelen door de Limburgse heuvels naar Cadier en Keer, waar ik met mijn moeder had afgesproken om te lunchen bij een golfclub (klinkt raar, was het ook, maar er was wel veel afstand mogelijk). Daarna had ik een date in de stad met mijn broertje, zijn vriendin en hun zoon, en toen was ik wel weer even klaar met het sociale gedoe. Dus ik dronk een glas bubbels uit Thorn in mijn hotelkamer en ging daarna heerlijk naar een nieuwe restaurant, Flavourz by Servais, alwaar ik zalige streetfood heb gegeten. Omdat in Monastère de checkout gewoon om 12.00 is, kon ik op dag 3 na mijn croissant van de dag, nog verder werken aan mijn nieuwe hoofdstuk en rustig nog een beetje trainen en mijn koffer inpakken. Na een spontane koffie met de familie hebben we met zijn allen zalmkibbeling gegeten en toen ben ik met een zak zure snoepjes en een goed humeur weer naar Leiden gereden. Het was misschien geen grote reis en ik ben alleen in slaap gevallen en wakker geworden, maar ik heb absoluut kunnen genieten van een vakantiegevoel en ik ben best wel opgeladen om weer aan het werk te gaan. En daar is een vakantie toch voor?