Een beetje compassie
Ik sta er in het algemeen om bekend dat ik nogal hard voor mezelf ben. Ik ga dat niet tegenspreken, want als er iets niet klopt aan die gedachte, is het dat het aan de milde kant geformuleerd is. Ik zou mezelf eerder omschrijven als meedogenloos. Ik heb behoorlijk wat ambities en als ik die niet haal, ben ik buitengewoon ontevreden met mezelf, en dan ga ik het doorgaans op 1 vaste manier oplossen, namelijk er structuur opleggen. Als ik vind dat ik te weinig doe op mijn werk, plan ik meer werk in. Als ik vind dat ik teveel geld uitgeef aan dingen die ik eigenlijk niet wil, tuig ik meteen een heel jaar ‘no spend’ op, compleet met een systeem van regels en jokers. En als ik vind dat ik niet het lichaam heb waarvan ik zelf vind dat het bij me past, activeer ik de app waarin ik alles wat ik eet en drink bijhoud, ga ik alles wegen wat erin gaat, weeg ik mezelf elke ochtend, leg ik mezelf een strak sportschema op en kader ik dat allemaal in in een internal dialogue waarbij de commandant uit Kamp Koningsbrugge poezelig zou afsteken. De compassie is ver te zoeken, maar aan de andere kant: het werkt. Ik ben uitermate effectief in mijn werk, ik weet hoe ik mijn uitgaven moet balanceren als het nodig is en als ik wil afvallen, heb ik daar een prima methode voor. En waar ik op zich helemaal niet zoveel last heb van die eerste twee methodes (mijn werk moet ook draaien en ik wil geen deurwaarder zien), is hoe ik met mijn lichaam omga eigenlijk gewoon ongezond.
Aan het begin van dit jaar heb ik me voorgenomen om te stoppen met alles (inclusief mezelf) te wegen en alle calorietelapps van mijn telefoon gegoten – en als ik me iets voorneem, dan doe ik dat. Het gevolg daarvan was feitelijk dat ik stopte met diëten, want dat is hoe ik dieet, en het gevolg daarvan was dat ik flink ben aangekomen. Als ik de 5 kilo die er eerder al stiekem aangekropen waren optel bij wat ik sindsdien aan niet afgewogen voedsel aan mijn lichaam heb toegevoegd, ben ik de afgelopen anderhalf jaar toch 15 kilo aangekomen. En ik zal eerlijk zijn: ik vind dat vervelend. Ik juich voor alle vormen van body positivity, voor iedereen die wil stoppen met diëten, voor mensen die erin slagen om intuïtief te eten en voor vrouwen die vol trots foto’s van hun prachtige buiken op Instagram plaatsen, maar ik constateer bij mezelf dat ik nu niet het lichaam heb dat ik zou willen hebben. Maar aan de andere kant wil ik ook niet weer terug naar het gedrag dat ik eerder vertoonde, want daarmee zat ik toch eigenlijk best dicht tegen een eetstoornis aan. Dus nu moet ik iets gaan doen waar ik helemaal niet goed in ben, en dat is dit probleem met een beetje compassie benaderen. Dat vind ik behoorlijk spannend, want ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik dat ga doen. Ik begin deze herfstvakantie in elk geval met wat vaker sporten, maar dan sport waar ik zin in heb, en ik ga zorgen dat ik genoeg eet, en dat wat ik eet geen rotzooi is. En misschien moet ik me erbij neerleggen dat het ook anderhalf jaar mag duren om 15 kilo af te vallen – en niet de 6 weken die ik er het liefst voor zou uittrekken. Het zal een moeizaam proces worden, vrees ik, maar ik ga mijn best doen.
One Comment
Lianne
Mooi stukje lieverd – en het is ook lastig als je overal altijd binnen twee tellen Flower Smelling Champion bij bent en nu juist naar een hele andere, tragere (duurzamere) variant op zoek moet waarmee je wel krijgt/hebt wat je wil. Maar goed I’ve seen you do all sorts of things, so I’m sure you’ll uh, find a way. I love you!