Code geel
Als het gaat om het naleven van de corona-maatregelen zouden Michel en ik onder de hardliners (sommige mensen noemen ze coronazi’s) gerekend kunnen worden, want wij slaan zo goed als alle uitnodigingen om bij mensen binnen in huis te komen af, hoe graag we die mensen ook zouden willen zien en hoe veel zin we ook hebben om een keer buiten de deur te eten en te drinken. Omdat we geen auto hebben, vinden we dat we niet ergens in een huisje kunnen gaan zitten, want dan zouden we met het openbaar vervoer worden, en we mogen van de maatregelen geen ‘overbodige OV-ritten’ maken. Als ik ook maar iets rekkelijker was, zou ik vinden dat een OV-rit die iemand die geen auto heeft maakt per definitie geen overbodige rit is, maar ja, in dit opzicht ben ik zo flexibel als een loden deur, en zelfs als ik zou dreigen te buigen is Michel zo flexibel als een extra dikke loden deur, dus wij gaan helemaal nergens heen. Met uitzondering van de supermarkt, waar we samen heen wandelen en dan gescheiden boodschappen doen, de wandelingetjes rond het Singelpark van Leiden als het droog is, en in mijn geval de twee à drie keer per week dat ik naar buiten ga om mijn 5 kilometer-run te doen. We hebben een fijn huis, met boeken, streamingdiensten en een lieve kat, dus zoveel missen we niet aan buiten – en als het straks weer allemaal mag, gaan we volgaarne bij mensen op bezoek en in het openbaar vervoer zitten om ergens een frivool weekendje door te brengen.
Ik kan ook in behoorlijke toorn ontsteken als ik zie hoe mensen met Kerst echt de grenzen van de regels hebben opgezocht: als je in je huis drie mensen uit drie woningen uitnodigt, en die mensen verspreiden zich de volgende dag over drie andere huishoudens enzovoorts, is het er gewoon om vragen dat de maatregelen nog even duren. Ik las over een restaurant waar iemand een afhaalmaaltijd voor 18 man besteld had – als het mijn restaurant was zou ik de bestelling weigeren of de politie bellen, maar daarom heb ik waarschijnlijk ook geen restaurant. Maar vandaag leverde de natuur een bijdrage aan het naleven van de corona-maatregelen, want er stond een afschuwelijke wind, het was koud en het regende. Iedereen die nu naar buiten gaat is knettergek of heeft dringend een stukje gember nodig (ik viel in de laatste categorie). Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst mijn in steen gehouwen sportschema aan de kant heb gezet, maar toen ik terugkwam van het flitsbezoek aan de supermarkt wist ik een ding zeker: ik ging niet rennen vandaag. Ik heb mijn sportkick gehaald door thuis op de grond een uitgebreide online pilates-les te volgen en daarna, als ik toch online met sport bezig was, te investeren in een jasje waarin ik de volgende keer dat er een orkaan waait toch zou kunnen gaan hardlopen. Want als ik eenmaal aan het rennen ben, vind ik het altijd leuk – ook als het blowy as fuck is.